Zeg eens vaker dankjewel

We zitten samen aan tafel met een kop koffie. Ik ben op bezoek bij een mevrouw die al een aantal jaren alleen is. Ze loopt de laatste maanden wat moeilijk en komt minder buiten. Terwijl ze praat, zegt ze dat ze zo weinig mensen ziet. We kijken naar buiten en zien mensen voorbijsnellen, ze zijn allemaal op weg ergens of misschien nergens naar toe. Het zijn voor haar vaak onbekende mensen, maar af en toe ziet ze iemand lopen die ze kent, iemand uit de straat. Ze lopen voorbij. Het gesprek kabbelt wat door en ineens horen we de bel. “Mag ik even open doen”?, vraagt ze. Natuurlijk mag ze dat. Dan komt ze terug in de kamer met een buurman. “Hij komt bijna elke dag even langs om te vragen hoe het gaat”. Ik zie een glimlach op haar gezicht. Ze overhandigt de buurman een briefje en hij gaat weer. “Hij doet mijn boodschappen, ik kan dat niet meer zo goed. Wat lief dat er mensen zijn die je willen helpen”.

We praten verder over toen en nu. Over veel mensen die stil thuis zitten. Maar ook over de vele mensen die anderen helpen of op bezoek komen. Zo komt buiten bij me binnen, zegt ze met wijze woorden. Even later komt de buurman  terug met een paar boodschappen. Ze heeft niet veel nodig, zegt ze. Als de buurman weggaat, hoor ik haar heel duidelijk zeggen: “dankjewel Jan, kom je morgen nog even vragen of je wat voor me kunt doen?” “Zekerste weten”, hoor ik de buurman zeggen.

Ik ga ook weer verder. Onderweg denk ik terug aan haar ‘dankjewel’ voor de buurman. Dankjewel zeggen hoeft niet altijd, maar het helpt mensen wel om net even dát te doen wat een ander zelf niet meer kan. Dankjewel zeggen kost niet veel. Dankjewel zeggen doet wel heel goed. Dankjewel zeggen verbindt mensen. Dankjewel, we doen het samen.

 

diaken Gerrit Fennema